Het Jaarboek 2002 van de Geschiedkundige Vereniging Die Haghe
onderscheidt zich dit jaar niet alleen door zijn omvang, die ruimer
is dan gebruikelijk. Ditmaal ontbreken ook de uitstapjes naar buurgemeenten – de
auteurs van het jaarboek nemen vooral typisch Haagse onderwerpen
onder de loep. Daaronder, niet helemaal toevallig, een gedetailleerd
en ruim geïllustreerd artikel over het gebouw en de stijlen
van de oorspronkelijke inrichting van de Nieuwe of Littéraire
Sociëteit De Witte. Auteur is Anne Marion Cense, die eerder
heeft meegewerkt aan het jubileumboek van dit eerbiedwaardige gebouw.
Zoals gebruikelijk duikt het Jaarboek eerst in het verre verleden.
Ditmaal wordt de oorsprong van Den Haag door J.C. Kort belicht
aan de hand van een oorkonde uit 1229, waarin de nazaten van Vrouwe
Meilendis de hoeve en 'mannen' en toebehoren overdoen aan graaf
Floris IV van Holland. Zijn opvolger zou later op deze plaats het
Binnenhof bouwen. Vrouwe Meileindis zou dezelfde kunnen zijn als
de Vlaamse jonkvrouw Ylessenda van Belle.
Dat de datering van oude archiefstukken soms een probleem is,
blijkt uit een bijdrage van Ronald v.d. Spiegel, die beschrijft
hoe een aantal rekeningen van het St. Nicolaasgasthuis een eeuw
eerder gedateerd zouden moeten worden. Het Haags Gemeentearchief
is enkele vijftiende-eeuwse stukken rijker.
Bij de herdenking van het ontstaan van de eerste international,
de VOC, is de rol van Den Haag wat onderbelicht, schrijft Dick
Brongers. Op een stadsplattegrond uit 1747 staat aan het Bleijenburg
een pand getekend, waarin de 'Haagse Besogne' van de VOC was gehuisvest.
Daar vielen veel besluiten die voor de Compagnie van groot belang
waren. Het huis is later afgebroken en vervangen door het pand
dat nu onderdeel vormt van het complex van de Koninklijke Academie.
Een Haagse drogist, gevestigd aan de Schoolstraat, Sam Jan van
den Bergh, wond zich zo'n honderdvijftig jaar geleden op over de
plannen voor een standbeeld van Willem de Zwijger in Den Haag.
Rob van de Schoor duikt in Van den Berghs correspondentie en poëzie:
'Zie, als in zijn verheven luister Het beeld van hem verrijst op
't Plein…”
Onno Mensink beschrijft de geschiedenis van de verdwenen gebouwen
van de musea van het bankiersgeslacht Scheurleer aan de Carnegielaan.
Het muziekmuseum van D.F. Scheurleer werd de basis van de muziekafdeling
van het Haags Gemeentemuseum. Na het faillissement van zoon C.
Lunsingh Scheurleer vond de archeologische collectie voor een groot
deel een weg naar het Allard Pierson Museum.
Onderwijsvernieuwer Gerard Jan Ligthart, van 1885 tot 1916 hoofd
van de school aan de Tullinghstraat, gaf met zijn medepersoneelsleden
het maandblad 'Onder één dak' uit. Acht jaargangen
zijn gebundeld, waarvan er zeven in het bezit zijn gekomen van
het Haags Gemeentearchief. Ligthartkenner Carl Doeke Eisma doet
verslag van de bijzondere inhoud.
In 2002 zijn de Houtrusthallen afgebroken. Marlies van der Riet,
coauteur van het herdenkingsboek over het sport- en evenementencomplex,
schrijft een in memoriam, waarbij gebruik wordt gemaakt van een
plakboekje van een van de bouwers, architect A. van Eck.
Voor de kennis van de laatste oorlogsmaanden in Den Haag is het
dagblad Het Vaderland een onontbeerlijke bron. Diederick Cannegieter
las de oorlogsberichten, het 'officiële' nieuws, de aankondigingen
over voedseluitreikingen, de hoofdartikelen en de advertenties.
Naast de verplichte, door de bezetter voorgeschreven en dus ook
herkenbare berichten, kon de krant de Hagenaars zijn lezers ook
behoorlijk informeren over de ontwikkelingen van de oorlog in de
laatste maanden.
Gijs van Herwaarden geeft een overzicht van het ontstaan en de
sindsdien georganiseerde, talloze activiteiten van het Haags Historisch
Museum, sinds 1995 in samenwerking met Museum de Gevangenpoort.
Het jaarboek eindigt met de gebruikelijke rubrieken: de stand
van zaken bij monumentenzorg en archeologie, de overleden Hagenaars,
onder wie enkele prominente, de nieuw verworven archieven, nieuwe
straatnamen, publicaties over Den Haag en de kroniek van het jaar
2001, waarmee het jaarboek een duidelijke 'link' legt met de actualiteit.
Zoals hierboven al gemeld: het jaarboek is omvangrijker dan gebruikelijk.
Inclusief enkele advertenties bedraagt het aantal pagina's 359.
|