Haagse en Leidse buitenplaatsen
Welk Die Haghe-lid belandt niet geregeld op een van de voormalige Haagse buitenplaatsen? Die fraaie parken met klinkende namen als Clingendael, Ockenburgh en Zorgvliet zijn immers de groene longen van de stad, locaties waar men de dagelijkse hectiek even kan ontvluchten. Stadsparken zijn het tegenwoordig, maar oorspronkelijk waren het particuliere tuinen rond een buitenhuis, een ‘tweede woning’ die de rijke eigenaar met zijn gezin in de zomer kon verruilen voor het huis in de stad. De oudste buitenplaatsen stammen uit de 17de eeuw. De meeste buitenhuizen zijn later steeds gemoderniseerd, een enkele (zoals Hofwijck in Voorburg) is in de 20ste eeuw terug gerestaureerd in de oorspronkelijke gedaante. Over de buitens in en om Den Haag is al het nodige gepubliceerd, maar een actueel overzicht was al lange tijd niet meer voor handen.
Kunsthistoricus René Dessing heeft nu in deze leemte voorzien. Het resultaat is een even handzaam als prachtig uitgevoerd boekwerk dat een veertigtal buitenplaatsen in de kuststrook van Lisse tot Loosduinen behandelt (en enkele daarbuiten). Dessing leidde lange tijd een bureau dat culturele excursies van hoog niveau verzorgde. In 2012 was hij de initiatiefnemer van en stuwende kracht achter het Themajaar van de historische buitenplaatsen. Naderhand richtte hij de Stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen en Landgoederen op, waarvan hij directeur is. Zijn grote kennis op dit gebied en zijn achtergrond als cultureel ondernemer komen duidelijk tot uiting in het boek. De teksten zijn buitengewoon informatief, lezen plezierig en geven tal van bijzonderheden die in andere publicaties ontbreken. Zo wordt in kaderstukjes aandacht besteed aan onderwerpen als osseweiders, boomlanen en zichtassen, en aan de 17de-eeuwse auteur van Den Nederlandtsen Hovenier Jan van der Groen. Naast onderhoudende beschrijvingen van de diverse buitenplaatsen geeft René Dessing ook toeristische informatie, bijvoorbeeld over wat er in de directe omgeving van een buitenplaats op cultureel gebied te beleven valt. Voor wie geen zin heeft om alles te lezen zijn er nog de ontelbare prachtige kleurenillustraties en informatieve plattegrondjes.
De auteur heeft niet gestreefd naar volledigheid. Naast befaamde huizen als Duivenvoorde in Voorschoten, Huis ten Bosch in het Haagse Bos en Ockenburgh onder Den Haag zijn ook minder bekende buitens als Calorama in Noordwijk en Vredenoord in Den Haag. Eén buiten miste ik in het boek. Dat is kasteel de Binckhorst aan de Binckhorstlaan. De naam is bij iedere Hagenaar bekend, maar dan als industriegebied. Harteloze planologen hebben het kasteel en de bijbehorende boomgaard weggestopt achter smakeloze nieuwbouw, zodat er vanaf de openbare weg vrijwel niets meer van te zien is. Afgezien van deze kleine omissie is het boek Haagse en Leidse buitenplaatsen een werk dat ik een ieder van harte kan aanbevelen, mede gezien de uiterst vriendelijke verkoopprijs.
René W.Chr. Dessing, Haagse en Leidse buitenplaatsen. Over landelijke genoegens van adel en burgerij. [2016] Kantoor Verschoor Boekmakers, Heemstede, 232 p., ISBN 978 90 8258 930 6, prijs € 19,95
Robert van Lit